Netwerken

  • 1 min.
  • Voorwoord
  • Woord vooraf
Portretfoto (kleur) Mels Hogendoorn

Netwerken Richting netwerkgeneeskunde, het staat zo mooi verwoord in het visiedocument van de Federatie Medisch Specialisten 2025. Doelstelling: “de medisch specialist is in 2025 onderdeel van een netwerk rondom de patiënt, en is werkzaam in een netwerk van zorgprofessionals om kennis en vaardigheden uit te wisselen zodat de kwaliteit van de medisch-specialistische zorg continu verbetert.” Is hematologisch Nederland niet bij uitstek een voorbeeld van deze netwerkgeneeskunde? Immers, goedlopende regionale multidisciplinaire overleggen met uitwisseling van kennis en kunde, actieve werkgroepen met goede participatie van perifere en academische hematologen en prettige en informele overleglijnen door heel Nederland.

De afgelopen EHA in Amsterdam was weer een fantastisch platform voor meet & greet met de hematologische collegae, al dan niet eindigend op Strand Zuid achter de RAI. Het belang van opzetten van netwerken ook in Europees en internationaal verband komt heel duidelijk naar voren in het interview met Pieter Sonneveld. Hij was de afgelopen twee jaar president van de EHA en schetst dat juist door samenwerking en onderlinge inspiratie de grote uitdagingen in de hematologie aangepakt kunnen worden. Een van zijn initiatieven is het jaarlijkse Clinical Research Training in Hematology, de CRTH. Dit programma is een mooie stimulans in het verder bekwamen voor het schrijven en opzetten van klinische studies. Mooie bijvangst is het verder uitbreiden je van internationale netwerk, aldus drie enthousiaste deelnemers van dit programma.

In de andere twee stukken in dit nummer staan twee relatieve zeldzame ziektebeelden centraal, namelijk amyloïdose en hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH). Tijdige herkenning van symptomen, korte lijnen in overleg met expertisecentra, en bovenal over de grenzen van het eigen vakgebied kijken, dus interprofessioneel, zijn hierbij de kernbegrippen. Hans Nienhuis, internist-immunoloog in het UMC Groningen, geeft verdere toelichting en is bovenal voor in het Noorden als oude bekende van ons ziekenhuis een prettig aanspreekpunt. Suzanne van Dorp, internist-hematoloog in het RadboudMC, pleit voor centralisatie van de behandeling van de HLH, omdat besluitvorming zo lastig kan zijn.

En tot slot, zoals uit het proefschrift van Lotte van der Wagen blijkt, kan ook samenwerking op celniveau uitermate zinvol zijn. Mesenchymale stromale cellen hebben bij de helft van patiënten met steroïd-refractaire acute graft-versus-host-ziekte succes.

Kortom, samenwerking en netwerken op elk niveau komt uiteindelijk onze patiënten ten goede.