CML IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK

‘Uitkomsten zijn goed, monitoring kan beter‘

  • 6 min.
  • Promotie

De uitkomsten van patiënten met chronische myeloïde leukemie (CML) zijn in de dagelijkse praktijk niet minder dan die uit gerandomiseerde studies. Wel blijkt dat bij 25% van de patiënten de respons op de behandeling niet adequaat wordt gemonitord. Met analyses van gegevens uit de PHAROS-database biedt dr. Inge Geelen (Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht) een verhelderende blik op de praktijk.

Veel van de huidige kennis over CML komt uit gerandomiseerde studies. De PHAROS-database is ontstaan uit de behoefte aan population-based data. ‘Het voordeel daarvan is dat je een ongeselecteerde patiëntenpopulatie hebt, en dat je het gedrag van behandelaren in de dagelijkse praktijk kunt bestuderen. Bovendien heb je gegevens over de langetermijnuitkomsten, die niet stoppen op het moment dat de onderzoeksbehandeling is gestaakt. Daardoor krijg je heel andere data dan met een gerandomiseerde, gecontroleerde studie’, legt Geelen uit.

In de PHAROS-database zijn gegevens opgenomen van 457 volwassenen met CML die gediagnosticeerd werden tussen januari 2008 en april 2013, in 75 van de 90 Nederlandse ziekenhuizen. De patiënten werden gevolgd tot 2017. Daarna is de landelijke registratie van CML-patiënten in een andere vorm voortgezet door het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL).

&ellipsis;

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?