Vrijwel alle hematologische afdelingen in Nederland hebben al aan het begin van de coronacrisis strikte isolatiemaatregelen toegepast voor hun patiënten. Dat was niet overbodig, want bij bijvoorbeeld hematologische patiënten met verminderde B-celfunctie is een COVID-19-infectie ernstiger en duurt de infectie langer. Ook andere patiëntengroepen zijn zeer vatbaar voor infecties, zoals patiënten na een allogene stamceltransplantatie. Ook bij hen blijkt het beloop van een COVID-19-infectie ernstiger en langer.
In het najaar startte bloedbank Sanquin met de productie van plasma van donoren die COVID-19 hadden doorgemaakt. Zou dit convalescent plasma, met antistoffen tegen het virus, geschikt zijn om geïnfecteerde patiënten te behandelen? ‘Het bewijs daarvoor is erg beperkt’, zegt Heijmans. ‘In theorie zou het kunnen werken. Daarom is het wel geprobeerd, vanuit de gedachte “baat het niet dan schaadt het
ANTILICHAMEN ALS VROEGE BEHANDELING BIJ B-CELDISFUNCTIE EN COVID-19-KLACHTEN
‘Hooguit tien procent van de patiënten in de studie maakt zelf antistoffen’
Een studie met patiënten met B-celdisfunctie en COVID-19- klachten zal aantonen of deze patiënten wel of geen baat hebben bij toediening van antistoffen tegen het virus. De studie is recent van start gegaan en zal ongeveer een jaar duren. Internist-hematologen dr. Jarom Heijmans (Amsterdam UMC, hoofdonderzoeker van de studie) en dr. Peter te Boekhorst (Erasmus MC, Rotterdam) geven uitleg over de aanleiding en de opzet.
Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen
Heeft u al een account?