Diffuus grootcellig B-cellymfoom (DLBCL) is een van de meest voorkomende en agressieve vormen van non-Hodgkinlymfoom. De behandeling met chemotherapie, prednison en rituximab werkt maar bij 50 tot 60% van de patiënten. Biomedisch wetenschapper dr. Mathilde de Jong (UMCG) zocht daarom in het kader van haar promotieonderzoek naar nieuwe aangrijpingspunten voor therapieën, met als uiteindelijk doel: meer patiënten genezen.
WEE1 en PARP
Omdat het eiwit CD20 een belangrijke driver en behandeltarget is bij DLBCL, zocht De Jong naar eiwitten die samen met CD20 hoog tot co-expressie kwamen bij DLBCLpatiënten. ‘Daarvoor gebruikten we genexpressiedata van 1.800 patiënten, die dankzij de vele internationale samenwerkingen online beschikbaar waren’, vertelt ze. De onderzoekers vonden meerdere DNA-schadehersteleiwitten die hoog tot co-expressie kwamen, waaronder de kina