In de jaren zestig van de vorige eeuw lukte het voor het eerst om patiënten met lymfomen te genezen. Destijds heerste vooral euforie, maar in de jaren negentig van de vorige eeuw bleek dat de behandeling veel late effecten kent. Inmiddels is er heel wat kennis vergaard over de diversiteit aan die late effecten, vooral na behandeling voor hodgkinlymfoom. Zo blijken vrouwen die voor hun 20e bestraald werden op de thorax een kans van 26 procent te hebben om voor hun vijftigste mammacarcinoom te krijgen – een kans in dezelfde orde van grootte als bij dragers van een BRCA-genmutatie.
Ook worden er verhoogde risico’s gezien op andere maligniteiten zoals longcarcinoom (met name bij patiënten die na bestraling blijven roken) en gastrointestinale maligniteiten, alsmede op hart- en vaatziekten (coronaire hartziekten, klepafwijkingen, hartfalen, TIA’s en CVA’s). Het risico op deze ziekten is zo’n factor d