Overzicht

PERSEUS en HOVON 152

Twee oranjegekleurde hoogtepunten tijdens EHA2024

  • 5 september 2024

De Nederlandse inbreng tijdens het afgelopen congres van de European Hematology Association (EHA), tussen 13 en 16 juni 2024 in Madrid, was talrijk en van hoog niveau. Onderstaand een samenvatting van twee presentaties: over de PERSEUS- en HOVON 152-studie, door respectievelijk prof. dr. Pieter Sonnveld en prof. dr. Martine Chamuleau.

Foto (kleur) Pieter Sonneveld
Prof. dr. Pieter Sonneveld

In de gerandomiseerde fase III-studie PERSEUS werd subcutane daratumumab (DARA SC) gecombineerd met bortezomib, lenalidomide en dexamethason (D-VRd), gevolgd door daratumumab onderhoud (D-R), vergeleken met VRd-inductie/consolidatie gevolgd door lenalidomide onderhoud (R) bij 709 patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom (NDMM) die voor transplantatie in aanmerking komen (TE). Uit de primaire analyse bleek dat de progressievrije overleving (PFS) en diepte van de respons, gedefinieerd als complete respons of beter (³CR), plus MRD-negativiteit, significant beter waren bij DARA SC + VRd.1

PERSEUS: verdieping respons

Tijdens de EHA24 presenteerde prof. dr. Sonneveld verdere uitkomsten over de verdieping van de respons en MRD-negativiteit tijdens de onderhoudsfase van de PERSEUS-studie.2 Deze resultaten geven volgens hem extra ondersteuning voor D-VRd gevolgd door D-R-onderhoud als nieuwe standaard voor TE-patiënten met NDMM; en ze benadrukken de voordelen van DARA SC als onderhoudstherapie.

De reacties verdiepten zich in de loop van de tijd met D-VRd versus VRd, inclusief percentages van ³CR: einde consolidatie 44,5% versus 34,7% (p = 0,0078), en totale studie 87,9% versus 70,1% (p < 0,0001). De MRD-negativiteitspercentages namen in de loop van de tijd toe en waren hoger met D-VRd na 12, 24 en 36 maanden (p < 0,0001 in alle gevallen). Van de patiënten die aan het einde van de consolidatie MRD-positief waren, bereikte een significant groter deel in de D-VRd-groep MRD-negativiteit op 10-5 (68,8% versus 52,7%; p = 0,0330) en op 10-6 (62,3% versus 31,0%; p < 0,0001) tijdens onderhoud, en eveneens aanhoudende MRD-negativiteit bij 10–5 (44,2% versus 22,6%; p = 0,0028) en 10–6 (34,4% versus 12,7%; p < 0,0001) tijdens onderhoud. MRD-negativiteit op zowel 10–5 als 10–6 waren geassocieerd met een klinisch betekenisvol voordeel in de vorm van verbeterde progressievrije overleving.

Nivolumab in HOVON 152

DA-EPOCH-R induceert hogere remissiepercentages en verlengt de ziektevrije overleving (DFS) vergeleken met standaard R-CHOP bij patiënten met B-cellymfoom met verandering in het MYC-gen, maar 30% van de patiënten die in volledige remissie komen, krijgen binnen een jaar een relapse.3 Daarom is in de HOVON 152-studie nagegaan of consolidatiebehandeling met nivolumab de ziektevrije overleving (DFS) na 1 jaar verbetert bij patiënten met een MYC en een BCL2- en/of BCL6-translocatie (DH en TH HGBL) in CMR na DA-EPOCHR.4 Prof. dr. Martine Chamuleau concludeerde tijdens haar presentatie van de resultaten dat deze toepassing van nivolumab haalbaar is en zowel de DFS als de totale overleving (OS) verlengde.

HOVON 152 is een prospectieve fase II-studie met één arm. Tussen augustus 2018 en maart 2022 werden 97 patiënten geïncludeerd. De mediane leeftijd bij diagnose was 62 jaar; de ziekte was bij 90 patiënten (83%) in stadium III-IV. Na inductie met DA-EPOCH-R bereikten 63 deelnemers (66%) CMR; zij kregen vervolgens een jaar lang om de 4 weken nivolumab 480 mg intraveneus. Van deze patiënten in remisisie waren 46 (75%) DH BCL2, 9 (15%) DH BCL6, en 6 (10%) TH. De mediane follow-up na de start met nivolumab van 2,3 jaar. De DFS na 1 en 2 jaar bedroeg respectievelijk 92% en 86%. De OS na 1 jaar en 2 jaar was 97% en 95%. De meest voorkomende bijwerkingen tijdens de behandeling met nivolumab waren infecties, bij 15 patiënten (24%). Er waren 3 patiënten (5%) die leukopenie kregen. Verder waren er 14 bijwerkingen gerelateerd aan auto-immuniteit (11 graad 1 en 3 graad 2).

Referenties

  1. Sonneveld P, Dimopoulos MA, Boccadoro M, et al. Daratumumab, bortezomib, lenalidomide, and dexamethasone for multiple myeloma. N Engl J Med. 2024;390(4):301-13.
  2. Sonneveld P, Moreau P, Dimopoulos MA, et al. Daratumumab + bortezomib/lenalidomide/ dexamethasone in transplant-eligible patients with newly diagnosed multiple myeloma: Analysis of minimal residual disease in the PERSEUS trial. EHA 2024, abstract S201.
  3. Petrich AM, Gandhi M, Jovanovic B, et al. Impact of induction regimen and stem cell transplantation on outcomes in double-hit lymphoma: a multicenter retrospective analysis. Blood. 2014;124(15):2354-61.
  4. de Jonge V, Kersten MJ, van Werkhoven E, et al. Nivolumab consolidation after DA-EPOCH-R induction induces high rates of diseasefree and overall survival in patients with double and triple hit high-grade B-cell lymphoma. EHA 2024, abstract P1198.