HAM-WASSERMAN LEZING

Testen op trombofilie meestal niet zinvol

  • 6 min.
  • Prijzen
  • Wetenschap

Hoewel steeds meer afwijkingen in stollingsfactoren bekend zijn, is testen op trombofilie bij trombosepatiënten alleen nodig als het ook echt consequenties heeft, is al jaren de boodschap van prof. dr. Saskia Middeldorp (AMC, Amsterdam). Dit jaar is zij uitgekozen voor de Ham-­Wasserman lezing, die gehouden wordt tijdens het jaarcongres van de American Society of Hematology (ASH).

De klinische betekenis van trombofilie is steeds duidelijker geworden, vertelt Middeldorp. ‘Ongeveer twintig jaar geleden was er een enorme doorbraak met de ontdekking van factor V Leiden, gevolgd door de protrombine (factor II) mutatie. Toen bleek dat die mutaties bij veel meer trombosepatiënten aanwezig waren dan de afwijkingen die tot dan toe bekend waren.’ Ook in de algemene populatie kwamen ze frequent voor, bij ongeveer 10 procent, ook bij mensen zonder symptomen. In de afgelopen decennia zijn antwoorden gekomen op de vragen wat die mutaties betekenen en of voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

Minder testen

In de ‘Choose Wisely recommendation’ van de ASH, maar ook in ‘Verstandig Kiezen’, aanbevelingen van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV), wordt nu juist afgeraden om testen voor afwijkingen in stollingsfactoren aan te vragen.

Maak een gratis account aan en krijg toegang tot alle artikelen

Account aanmaken

Heeft u al een account?