Dinnessen deed haar onderzoek bij IKNL met data van de Nederlandse Kanker Registratie (NKR). Ze analyseerde gegevens over incidentie, behandeling en overleving van patiënten met FL. Ook bestudeerde zij het risico op het ontwikkelen van andere typen tumoren bij patiënten na de diagnose folliculair lymfoom.
In het bijzonder heeft ze gekeken naar patiënten die voor folliculair lymfoom al een andere vorm van kanker hadden gehad. ‘Bij hen heb ik geanalyseerd of zij een ander risico op een tweede primaire maligniteit hadden dan patiënten zonder een eerder ander type kanker. Als dat zo is, dan is misschien sprake van een bepaald syndroom of kan het risico gerelateerd zijn aan de eerdere behandeling. Verder heb ik de effectiteviteit bestudeerd van rituximabbevattende therapieën die in de eerste lijn zijn gegeven. Met CBS-data heb ik bovendien doodsoorzaken geanalyseerd.’